1 februari 1953
Een zware storm trekt via de Noordzee naar het zuiden. Het water staat gevaarlijk hoog. Uiteindelijk breken de dijken en overspoelt de zee het land. De Watersnoodramp van 1953 verrast Nederland en verandert de levens van velen.

Verstilde tijd
Het water komt ook bij het dorpje Duivenhoek. René de Smit probeert met anderen te voorkomen dat de dijk daar breekt. Dit lukt niet. René wordt meegesleurd en dagen later teruggevonden. Zijn horloge is gestopt om 04:57 uur.

Het water overstroomt Zeeland, Noord-Brabant, Zuid-Holland en Noord-Holland. In totaal overlijden hier 1836 mensen. In Engeland en Schotland zijn 326 slachtoffers. In België overlijden 25 mensen.

Voor de mensen die de Ramp overleven is het leven zwaar. Velen zijn hun familie en vrienden kwijt. Jos de Boet uit Oude Tonge verloor 43 familieleden.
Veel vragen, geen antwoorden
Mensen hadden meestal veel last van hun verdriet. Waarom was dit gebeurd? En hoe moest je doorgaan met je leven? Iedereen ging hier anders mee om.
"We hebben onze pasgeboren dochter de naam van haar verdronken zusje gegeven. De dominee kwam ook op bezoek. Die zei dat de Ramp een straf van God was, omdat in ons dorp een kermis was gehouden."
Pas na jaren terug
Door de Ramp waren hele gebieden overstroomd. Duizenden mensen hadden geen huis of werk meer. Sommigen konden pas na jaren terugkeren.

Diepe littekens
De echo van de Ramp klonken nog lang na. Zelfs voor mensen die daarna werden geboren. Zij kregen vaak nog het verdriet van hun ouders mee.
"Onze moeder was enorm bang dat ons iets zou overkomen. Wij moesten heel jong op zwemles. Maar als we later gingen zwemmen, bleef zij in de auto zitten. Ze durfde niet te kijken."
Niet terug te draaien
We kunnen de pijn van vroeger niet genezen. Wel kunnen we voorkomen dat het water ooit weer zoveel slachtoffers maakt...