Maarten Kleinhans
Hoe kun je hele grote veranderingen in het landschap bestuderen? Door ze heel klein te maken! Hoogleraar van water en zand Maarten Kleinhans van de Universiteit Utrecht bestudeert de effecten van klimaatverandering op waterlandschappen in zijn unieke experimenteerbak ‘De Metronoom’.
“Eén polder aanpassen zet geen zoden aan de dijk.”
Wat onderzoek je?
Ik werk aan landschappen die worden gemaakt door water. Het water verplaatst zand en slib en maakt prachtige patronen zoals geulen, schorren en zandbanken. Ik kijk daarnaar op grote schaal in ruimte en tijd. Ik zie een landschap dat over duizenden jaren gevormd is en waar de mens af en toe een lijntje in trekt. In mijn ogen is de Rijn nu een kanaal.
Hoe ben je hier terechtgekomen?
Ik wilde eigenlijk sterrenkunde gaan studeren, maar die studie bleek te veel wiskunde en te weinig echte sterrenkunde te bevatten naar mijn smaak. Bovendien vroeg ik me af: waarom is het belangrijk om te weten hoe sterren ontstaan zijn? Ik stapte over naar aardwetenschappen. Ik hou van de natuur en het belang is duidelijk, want de natuur staat al heel lang onder druk. Ik ben gepromoveerd op de beweging van zand en grind door stromend water en ben daarna op steeds grotere schaal naar het landschap gaan kijken.
Hoe ziet jouw onderzoek eruit?
Ik werk met computermodellen, metingen (bijvoorbeeld vanaf een boot) en experimenten in het lab. Dat laatste is het leukst. Ik had in de Verenigde Staten een experiment gezien waarin onderzoekers stukken vrij stromende rivier op kleine schaal nabootsten in een twintig meter lange bak. Dat wilde ik ook!
Het nadeel van zo’n bak was dat je geen eb en vloed had, terwijl dat belangrijk is voor de vorming van het landschap: vloed brengt water, zout, planten en dieren het land in. Terwijl ik piano zat te spelen, dacht ik ineens: kunnen we de bak niet heen en weer kantelen om eb en vloed na te doen? En het werkte! Mijn apparaat ‘De Metronoom’ is de eerste werkende eb- en vloedbak in de wereld. Daar ben ik best trots op.
Waarom is jouw onderzoek belangrijk?
We hebben als mensen het water redelijk ingedamd, maar we hebben lang niet alles onder controle. Denk aan overstromingen, verzilting, bodemdaling. Dit zijn allemaal gevolgen van onze ingrepen in het landschap over de afgelopen honderden jaren. Dus we zoeken steeds meer oplossingen die beter samenwerken met de natuur. Dat is mooi, maar één polder aanpassen zet nog geen zoden aan de dijk! Mijn onderzoek is nodig om maatregelen op grote schaal te nemen die overal en op de lange termijn effectief zijn.
Wat wil je over 5 jaar hebben bereikt?
Mijn volgende onderzoek gaat over stormvloeden. Stormvloeden zijn heftig, maar duren kort en komen niet vaak voor. Hebben ze toch de kracht om het landschap op de lange termijn te veranderen?
Ondertussen praat ik met Waterschappen, Tweede Kamerleden, provincies, enzovoorts om hen te laten zien dat er een plan voor de lange termijn nodig is. Want als er extra ruimte nodig is voor water en natuurlijke kustverdediging, moeten we daar geen andere dingen doen. De Metronoom helpt om te laten zien hoe zo’n ander landschap eruit kan zien. Met een plan kunnen we zelf bepalen hoe we Nederland indelen – anders doet een stormvloed het straks voor ons.
Wil je meer lezen over De Metronoom of het werk van Maarten Kleinhans?