Herman Kasper Gilissen
De kustverdediging anders inrichten of meer ruimte maken voor water, dat gaat zomaar niet. Maar hoe dan wel? Hoogleraar Climate Change, Regulation and Deltas Herman Kasper Gilissen onderzoekt aan de Universiteit Utrecht en het Delta Climate Center in Vlissingen hoe je juridische instrumenten kan inzetten om kustgebieden op een rechtvaardige manier klimaatbestendig te maken.
"Wat is de rol van het recht bij het klimaatbestendig maken van kustgebieden?"
Wat onderzoek je?
Ik ben vorig jaar gestart met de opdracht: hoe kan het recht bijdragen aan de ontwikkeling naar een klimaatbestendige en duurzame Zeeuwse delta? Daarbinnen focus ik vooral op waterveiligheid, de beschikbaarheid van zoetwater en de circulaire economie. Ik kijk vanuit een integrale blik, want met alleen juridische inzichten bereik je niet zo veel. Een ontwikkeling moet niet alleen juridisch haalbaar en aanvaardbaar zijn, maar bijvoorbeeld ook technisch, bestuurlijk, economisch en sociaal.

Hoe ben je hier terechtgekomen?
Ik heb altijd al een fascinatie gehad voor water en veiligheid. Ik ben opgegroeid in het rivierengebied en kan me goed herinneren dat ik met mijn moeder in 1995 met zonsondergang over de Drielsedijk reed, terwijl de Nederrijn er bijna overheen klotste tijdens hoogwater. Dat heeft iets losgemaakt. Toen ik rechten studeerde en de specialisatie waterrecht tegenkwam, trok mij dat gelijk enorm aan.
Daarnaast vind ik het mooi dat water geen rekening houdt met grenzen of expertises. Het dwingt tot samenwerking, zowel tussen landen en regio’s als binnen de wetenschap. In mijn onderzoek hebben de Schelderegio en Zeeland regelmatig als casestudy gediend. Dus toen ik hoorde over de oprichting van het Delta Climate Center, was mijn interesse gewekt. En de liefde bleek wederzijds.
Hoe ziet jouw onderzoek eruit?
Het recht kan twee dingen doen: faciliteren (aangeven wat mogelijk is) en waarborgen (de mogelijkheden op de juridisch juiste manier inzetten). Neem het onteigenen van grond om een dijk te bouwen. ‘Onteigenen’ is een juridische mogelijkheid, een instrument. Maar dat mag je alleen gebruiken als het een groter doel dient, en alleen onder bepaalde voorwaarden. Op grotere schaal kijk ik welke juridische mogelijkheden er zijn om hoe wij omgaan met water aan te passen, zodat we beter voorbereid zijn op de gevolgen van klimaatverandering. Ik noem dat de ‘juridische oplossingsruimte’.
Het meeste onderzoek doe ik van achter mijn bureau, maar ik ga ook het veld in. Ik wil zien waar ik het over heb en voelen wat een voorland (buitendijks land) is of hoe een dijk is opgebouwd. Daarnaast ga ik steeds in gesprek met de organisaties en overheden die met de regelgeving over water te maken hebben. De resultaten moeten straks mede bedacht zijn door de mensen die ermee moeten werken.
Waarom is jouw onderzoek belangrijk?
Klimaatverandering en het waterbeheer hebben een sterke juridische kant. Denk maar aan omgevingsplannen, maximaal toegestane overstromingsrisico’s of instrumenten om met langdurige droogtes om te gaan. Als we het landschap veiliger of klimaatbestendiger willen maken, is het handig om te weten welke juridische instrumenten daarvoor bestaan en waar een verandering van regels of beleid nodig is.
Dat lijkt een rechttoe-rechtaan vraag, maar dat is het niet. De vraag is bijvoorbeeld: mag je voorlanden meenemen in de beoordeling hoe hoog en sterk een dijk moet zijn? Is het antwoord ‘ja’, hoe dan? En hoe verzeker je de veiligheid? Wie zorgt dat het voorland die functie houdt en hoe regel je die verantwoordelijkheid? Welke juridische instrumenten heb je nodig en onder welke voorwaarden?
Wat wil je over 5 jaar hebben bereikt?
Het ergste wat mis kan gaan met klimaatmaatregelen, is dat het bij ideeën blijft. Dat niemand ze durft uit te voeren. Dan blijft het voor mij ook bij scenario’s in plaats van de praktijk. Ik hoop mijn opgedane kennis over 5 jaar dus zeker terug te zien in beslissingen, beleid en maatregelen.
Wil je meer lezen over het werk van Herman Kasper Gilissen?