Hollandsche IJsselkering
De Hollandsche IJsselkering was het eerste grote project van het Deltaplan; de bouw startte al binnen een jaar na de Watersnoodramp.
Deze kering in Krimpen aan den IJssel beschermt een groot deel van de Randstad, het laagstgelegen en drukbevolktste deel van Nederland. De Hollandsche IJsselkering wordt ook wel de Algerakering genoemd naar minister van Verkeer en Waterstaat Jacob Algera, die het Deltaplan in werking zette. De kering wordt gesloten wanneer de waterstand 2,25 meter boven NAP is. Dan mogen de gemalen van de waterschappen ook minder water de Hollandse IJssel inpompen.
De Hollandsche IJsselkering in cijfers
- Gebouwd tussen 1954 en 1958
- 200 meter lang
- Vier torens van 45 meter hoog
- Twee stalen schuiven van 82 meter breed, 12 meter hoog en 480 ton zwaar
- Sluit binnen een half uur, gemiddeld 3 à 4 keer per jaar
Ontstaan
De Hollandsche IJsselkering is niet voor niets het eerste Deltawerk. In 1953 brak de dijk bij Ouderkerk aan den IJssel door en dreigde een dijk in Nieuwerkerk aan den IJssel het te begeven. Het achtergelegen gebied is op het nippertje gered van een overstroming die de Ramp nog veel groter had gemaakt. Om dat gebied beter te beschermen moest de Hollandsche IJssel worden afgesloten. De plek waar de rivier uitkomt in de Nieuwe Maas was een logische optie.
De rivier afsluiten met een dam was echter geen optie. De scheepvaart moest door kunnen gaan en de rivier speelt een belangrijke rol voor de afwatering van het achterliggende gebied. Het moest mogelijk blijven om water uit het laaggelegen land de rivier in te pompen, die het overtollige water vervolgens afvoert naar de zee.
Daarom werd een complex ontworpen dat bestaat uit een kering met twee schuiven, een sluis voor de scheepvaart en twee bruggen: een beweegbare brug over de sluis en een vaste brug over de kering. Wanneer de kering open staat en de schuiven dus omhoog zijn, kan de scheepvaart eronderdoor varen en blijft eb en vloed bestaan.
Bouw
De bouw van de Hollandsche IJsselkering startte in 1954. Als eerste moest de bodem van de rivier worden verstevigd, anders zouden de zware constructies wegzakken in de modder. Aan de oostzijde werd een bouwkuip aangelegd. Hier werden drempels gemaakt voor op de bodem. Deze drempels moesten een speciale vorm hebben om de sterke stroming aan te kunnen. Als de schuiven worden neergelaten, moet het water zich namelijk door een steeds kleinere ruimte persen. Daardoor wordt de stroming sterker en zou de omliggende grond weg kunnen spoelen. Voor deze werkzaamheden werd de rivier een beetje verlegd, zodat de scheepvaart door kon blijven gaan.
Hierna werd de westelijke bouwput gegraven voor de aanleg van de sluis. De sluis is bijna 200 meter lang, inclusief binnen- en buitenhoofd. Met de bouw van de brug, waar de N210 overheen loopt, kreeg de Krimpenerwaard voor het eerst een vaste verbinding met de rest van Zuid-Holland.
In 1958 was de Hollandsche IJsselkering af, maar wel met slechts één schuif die alleen kon worden neergelaten bij de kentering van het tij, het moment dat de stroming het zwakst is. De bouw van de andere Deltawerken was inmiddels ook begonnen en de geplande tweede schuif had geen prioriteit. Pas in 1976 werd deze alsnog toegevoegd. Daarbij werden nieuwe technieken toegepast die het mogelijk maakten om de schuif ook bij stromend water neer te laten en dus niet meer alleen bij de kentering van het getij.
De brug over de kering, de Algerabrug, werd in 1988 verbreed. In 2009 is het gehele complex gerenoveerd.