5 scenario’s voor een droog Nederland
De stijging van de zeespiegel gaat grote gevolgen hebben voor Nederland. De zeespiegel stijgt deze eeuw met 0,5 tot 1,2 meter, in het ergste geval zelfs met 2,5 meter. En daarna stijgt de zeespiegel nog verder door tot 5 meter in 2200. Hoe houden we Nederland droog als het water zo hoog komt?
Met de huidige dijken gaan we het in ieder geval niet redden. Bij 0,4 meter stijging van de zeespiegel wordt de kans op een overstroming op sommige plekken al tien keer zo groot. Vanaf 0,65 meter stijging is het nodig om constant water naar buiten de dijken te pompen. Als we Nederland veilig willen houden met dijken, dan moeten we die tot wel twee keer de zeespiegelstijging verhogen. Een dijk moet namelijk ook de hoge golven aankunnen tijdens een storm. Maar om zulke hoge dijken te bouwen, moeten ze ook breder worden. Daar is op veel plekken geen ruimte voor, want daar staan al huizen of bedrijven. Maar als we niets doen, overstroomt 60% van het land.
Hoe houden we Nederland dan wel droog? Om dat te onderzoeken is de overheid in 2019 het nationale Kennisprogramma Zeespiegelstijging gestart. Dit onderzoeksproject is onderdeel van het Deltaprogramma om Nederland veilig te houden tot 2050 en verder. Overheid, kennisinstituten en bedrijven werken hierin samen aan verschillende ideeën.
Een van de belangrijkste handvatten voor het onderzoek zijn de 4 toekomstscenario’s van onderzoeksinstituut Deltares. Deze scenario’s laten verschillende manieren zien hoe we in Nederland om kunnen gaan met de zeespiegelstijging. Het gaat daarbij niet alleen om het voorkomen van overstromingen, maar ook over de beschikbaarheid van drinkwater, hoe goed we kunnen omgaan met wateroverlast en droogte en welke gevolgen onze maatregelen hebben voor de natuur.
Scenario 1: Zeewaarts
Het scenario Zeewaarts is het meest technologische scenario. In dit scenario maken we een lang nieuw eiland (of een serie van verbonden eilanden) voor de kust van Nederland, van Cadzand tot Den Helder of zelfs tot Terschelling. Die nieuwe kuststrook ligt hoger dan ons land en is de eerste verdedigingslinie tegen de Noordzee.
Het scenario Zeewaarts heeft een aantal voordelen. We hoeven bijvoorbeeld geen ruimte te maken op ons drukbevolkte land. Aan de huidige kust komt zelfs meer ruimte voor woningen en bedrijven. Verder hebben we een groot meer gecreëerd om bij te veel regen of volle rivieren water tijdelijk kwijt te kunnen.
Maar het scenario heeft ook nadelen. Zo is het de vraag of we het wel voor elkaar krijgen om dat eiland te maken! We moeten ergens enorme hoeveelheden zand vandaan halen – ruim 100 keer meer dan voor de tweede Maasvlakte! – en hebben megapompen nodig om al het rivierwater naar buiten te pompen.
Daarnaast zijn er de belangen van economie en natuur. We willen dat onze havens bereikbaar blijven voor schepen. Daarnaast heeft de natuur langs onze kust zout zeewater nodig om te overleven. We kunnen ruimtes laten tussen de eilanden, maar dan is de verdediging veel minder effectief. Een dichte kustlijn met sluizen kan een oplossing zijn voor de schepen, maar niet voor de natuur. De zeldzame getijdennatuur met zeehonden, vogels en bijzondere planten verdwijnt. En dat is niet alleen slecht voor de biodiversiteit. Omdat er dan geen eb en vloed is, zet de zee ook geen zand af aan de kust. Er ontstaat ‘zandhonger’, zoals we die nu ook al kennen in de Oosterschelde. Als we er niets aan doen, wordt het zand verdeeld over de bodem en spoelt de kust langzaam weg.
Het scenario roept ook de vraag op wat er gebeurt met de landen om ons heen als wij een kustlijn neerleggen. België en Duitsland krijgen dan te maken met sterkere stromingen tegen hun dijken. We zullen dus internationaal moeten samenwerken.
Ten slotte is dit scenario megaduur. Niet alleen het bouwen kost miljarden, ook het onderhoud zal veel geld kosten. En dat is een risico. Want als de geschiedenis ons iets geleerd heeft, is het wel dat overstromingen meestal voorkomen als het onderhoud achterblijft. Denk maar aan de Watersnoodramp. Het was al tientallen jaren duidelijk dat de dijken in Zeeland en Zuid-Holland in slechte staat waren, maar het geld was altijd ergens anders voor nodig. Tot het misging.
Scenario 2: Beschermen open
Het scenario Beschermen open is een van de twee ‘Beschermen’-scenario’s. Deze twee varianten lijken het meest op de huidige gang van zaken. We beschermen het land met dijken langs de kustlijn en laten de rivieren gecontroleerd naar de zee stromen. Als we doorgaan op de manier zoals we ons nu beschermen tegen het water, komen we hier waarschijnlijk op uit.
In Beschermen open verhogen we de dijken langs de gehele kustlijn en langs de rivieren. Nederland wordt nog meer dan nu een laaggelegen land omringd door hoger stromend water. We hebben hier geen nieuwe technieken voor nodig of extreme investeringen, al blijft het behoorlijk duur om alle dijken te versterken. De natuur langs de kust blijft grotendeels in stand en de havens blijven bereikbaar. De Maeslantkering moet wat vaker dicht, maar de Nieuwe Waterweg blijft open.
Er zijn echter ook nadelen. De sterkere dijken hebben meer ruimte nodig, dus wegen en gebouwen moeten plaatsmaken. Bij 2 meter zeespiegelstijging moeten de dijken 0,5 tot 2 meter hoger zijn en 5 tot 40 meter breder. Verder komt eb en vloed door de stijging van de zeespiegel veel dieper het binnenland in en brengt zoutwater naar landbouw die daar niet goed tegen kan. We zullen of andere gewassen moeten kweken of ergens heel veel zoetwater vandaan moeten halen. Tegelijkertijd moeten we extra hard werken om het rivierwater en grondwater uit onze lage polders naar zee te pompen.
Ten slotte is het de vraag of we met Beschermen open het eind van de eeuw halen. Vanaf 1 à 1,5 meter zeespiegelstijging neemt de kans op overstromingen hard toe. Er zijn dan alsnog meer afsluitingen nodig, zoals van de Nieuwe Waterweg. Uiteindelijk zou je alsnog uit kunnen komen bij scenario 3: Beschermen gesloten.
Scenario 3: Beschermen gesloten
Scenario Beschermen gesloten is het tweede ‘Beschermen’-scenario en lijkt op de huidige gang van zaken. Dit scenario verschilt van Beschermen open, omdat het de zeearmen en rivieren van Nederland afsluit met dammen. Heel Nederland wordt permanent afgesloten van de zee en het water van de rivieren wordt met grote gemalen naar de Noordzee gepompt. Beschermen gesloten kan meer zeespiegelstijging aan dan Beschermen open, maar heeft ook grotere uitdagingen.
We sluiten de Nieuwe Waterweg af en vervangen de Maeslantkering door een dam met sluizencomplex. Het water dat de rivieren blijven aanvoeren, moet worden weggepompt of weggeleid via het IJsselmeer of via de Grevelingen en/of de Haringvliet. We hoeven het landgebruik achter de dijken in dit scenario waarschijnlijk niet grootschalig aan te passen, maar verzilting is ook niet helemaal te voorkomen.
We sluiten de Nieuwe Waterweg af en vervangen de Maeslantkering door een dam met sluizencomplex. Het water dat de rivieren blijven aanvoeren, moet worden weggepompt of weggeleid via het IJsselmeer of via de Grevelingen en/of de Haringvliet. We hoeven het landgebruik achter de dijken in dit scenario waarschijnlijk niet grootschalig aan te passen, maar verzilting is ook niet helemaal te voorkomen.
De grote technische uitdaging in dit scenario is de pompcapaciteit. We moeten elke seconde 10.000 kubieke meter (10 miljoen liter) water van de Rijn en de Maas kunnen wegpompen. Daarvoor zouden we een pompsysteem nodig hebben van 6 tot 10 kilometer breed. Als we de hele Haringvlietdam en de afgesloten Nieuwe Waterweg hiervoor gebruiken, zijn we pas op de helft.
Er is ook steeds meer ruimte nodig voor de dijken en om het rivierwater op te slaan dat we niet in één keer kunnen wegpompen. Wegen en gebouwen zullen plaats moeten maken en het prijskaartje loopt op. Ten slotte gaat het afsluiten van de waterwegen ten koste van de natuur in de zeearmen van Zeeland. De zeehonden, kustvogels en speciale plantensoorten in de Oosterschelde en Westerschelde zullen verdwijnen.
Scenario 4: Meebewegen
In het scenario Meebewegen staat ruimte maken voor het water centraal. In dit scenario beschermen we niet koste wat het kost ons huidige land, maar proberen we flexibeler met de komst van het water om te gaan.
In Meebewegen passen we ons aan aan een waterige wereld. We accepteren dat overstromingen vaker voorkomen en zorgen dat we daar goed op zijn voorbereid. We bouwen dijken die het grootste gevaar tegenhouden, gebouwen die kunnen drijven als het water omhoogkomt en wegen op palen. We verhogen het land op belangrijke plekken en op andere laten we het onderlopen. Veengebieden nathouden zorgt bijvoorbeeld dat de bodem niet meer daalt en geen CO2-uitstoot meer uitstoot. We kweken gewassen die beter tegen zoutwater kunnen en bieden veel ruimte voor de natuur.
De meest extreme versie van Meebewegen betekent dat Nederlanders moeten verhuizen uit kwetsbare gebieden. De steden in de Randstad moeten ‘drijvende steden’ worden of we verplaatsen de economische activiteiten naar het hoger gelegen oosten van Nederland. Hoeveel zeespiegelstijging de rest van Nederland aankan, hangt ervan af hoe snel de natuurlijke ophoging van het land gaat. Eb en vloed zetten zand en slib af. Daarmee kan het land met enkele centimeters per jaar stijgen, maar niet op elke plek wordt evenveel zand en slib afgezet.
Bonusscenario 5: Naturebased solutions
Onderzoeksinstituut Deltares verzon in 2019 vier scenario’s voor de toekomst van Nederland. In 2024 werd echter nog een vijfde scenario ontwikkeld: Naturebased solutions. De eerste vier scenario’s hadden in de eerste plaats veiligheid en de beschikbaarheid van drinkwater als uitgangspunten en probeerden daar vooral technische oplossingen voor te vinden. Naturebased solutions zet natuurlijke oplossingen centraal, die net zo veilig zijn en niet ten koste gaan van planten en dieren.
Naturebased solutions probeert natuurlijke processen op een slimme manier in te zetten. Eb en vloed kunnen bijvoorbeeld zand en slib afzetten, zodat het land vanzelf ophoogt. Dat gebeurt nu al tot aan Tiel. Als de zeespiegel stijgt, reikt die afzetting nog verder, tot aan de Duitse grens. Dat is een hele goedkope manier om het land op te hogen en hoger land betekent minder hoge dijken en minder verzilting. Wanneer we een zeearm afsluiten met een dam, verstoren we deze processen. Sterker nog, het water achter de dam verdeelt het zand en slib gelijkmatig over de bodem en de kust brokkelt af.
Ook aan de Noordzeekust kunnen we met Naturebased solutions andere maatregelen nemen. Planten voor de kust breken bijvoorbeeld golven. Daardoor zijn minder hoge dijken nodig. Of we richten een gebied in als ‘wisselpolder’, een door dijken afgeschermd gebied dat ook natuurlijk wordt opgehoogd. Na een aantal jaren is deze polder hoog genoeg om te worden gebruikt voor recreatie, natuur of landbouw.
Natuurlijke oplossingen kosten wel meer ruimte dan technische. Die ruimte kan deels richting de zee worden ingenomen, maar er zal ook achter de huidige dijk ruimte moeten worden gemaakt. Daarbij moet onderzoek nog uitwijzen of de natuurlijke ophoging van het land de zeespiegelstijging kan bijhouden.
Nu al keuzes maken
Welk scenario is de beste keuze voor Nederland? Het hangt ervan af wat je belangrijk vindt. Het is in ieder geval belangrijk om nu al na te denken over welke kant we op willen, want elk scenario kost tientallen jaren om uit te werken en uit te voeren. Daarbij hebben de keuzes die we nu maken invloed op wat er in de toekomst nog mogelijk is. Als de Maeslantkering of de Oosterscheldekering aan vervanging toe is, kiezen we dan voor een nieuwe open of gesloten variant? Die keuze werkt door in alle andere keuzes in het rivierengebied, de zuidwestelijke delta en het IJsselmeergebied.
En het gaat niet alleen om keuzes op het gebied van waterwerken. Ook de bouw van nieuwe woningen, ontwikkelingen in de landbouw of de aanleg van windparken of zonneweides hebben invloed op hoeveel ruimte we straks hebben voor de bescherming tegen het water. Het liefst houden we alle opties zo lang mogelijk open, maar we kunnen de ruimte ook niet blijven reserveren.
We beginnen in ieder geval met maatregelen die in meerdere scenario’s voorkomen of die de mogelijkheid openhouden voor aanvullende maatregelen. In alle scenario’s is het bijvoorbeeld belangrijk meer ruimte te maken voor overtollig rivierwater en het afvoeren daarvan. Ook het vernatten van veenweidegebieden tegen bodemdaling en de natuurlijke landophoging met zand en slib komen in elk scenario van pas.
We zullen niet in één rechte lijn op ons doel afgaan, maar zoekend voortbewegen en experimenteren met verschillende maatregelen. De uitkomst zal niet 100% overeenkomen met een van de scenario’s, maar een mix zijn van ideeën, verschillend uitgevoerd op verschillende plekken. Zo houden we Nederland nog eeuwen droog.