Zandkreekdam
De Zandkreekdam is de eerste dam van de Deltawerken en het eerste Zeeuwse Deltawerk dat af was, kort na de bouw van de Hollandsche IJsselkering.
De dam ligt in de zeearm de Zandkreek en verbindt Noord- en Zuid-Beveland. Samen met het Deltawerk de Veerse Gatdam en de al bestaande Sloedam sluit de Zandkreekdam het Veerse Meer af. Hiermee werd de kustlijn van de Zeeuwse eilanden enorm verkort.
De Zandkreekdam in cijfers
- Gebouwd tussen 1959 en 1960
- 830 meter lang
- 11 kleine caissons van 6 meter hoog, 7,5 meter breed en 11 meter lang
- Sluis van 152 meter lang en 20 meter breed met schutlengte van 140 meter
- Doorlaatmiddel van 5,5 bij 3 meter en 82 meter lang
Ontstaan
De Zandkreekdam was onderdeel van het Drie-eilandenplan om Walcheren en Noord- en Zuid-Beveland met elkaar te verbinden. Varianten van dit plan bestonden al ver voor de Ramp in 1953. Na de Ramp kwam het Drie-eilandenplan terug in het vierde advies van de Deltacommissie. Het doel was een kortere kustlijn. Die was makkelijker te beschermen dan tientallen kilometers aan dijken en het was ook goedkoper dan overal de dijken ophogen. Als bonus zouden autowegen over de dammen de eilanden beter verbinden.
Eerst werd de Zandkreekdam aangelegd. Deze dam lag niet direct aan de Noordzee, maar was een noodzakelijke voorbereiding op de Veerse Gatdam en de (toen geplande) afsluiting van de Oosterschelde. Zou een van die twee eerst zijn aangelegd, dan was de stroming van eb en vloed waarschijnlijk zo sterk geworden dat die de bodem zou uitschuren. En een bewegende, diepere bodem zou een probleem zijn geweest voor de afsluiting van de volgende zeearm. Dus werd de Zandkreekdam aangelegd, precies op de plek waar de vloedstromen van de Oosterschelde en het Veerse Gat elkaar tegenkwamen: het wantij. Daarbij was de relatief korte dam een mooie manier om ervaring op te doen voor ‘het grotere werk’.
Met de afsluiting van het Veerse Gat (en dus de creatie van het Veerse Meer) vertrok de visserij van Veere en Arnemuiden naar de zeehaven van Colijnsplaat. In de Zandkreekdam werd wel een sluis opgenomen voor de scheepvaart door het Kanaal door Walcheren en de pleziervaart op het Veerse Meer.
Bouw
In 1969 begon de aanleg van de Zandkreekdam. Hiervoor werden caissons gebruikt: grote, holle betonnen constructies die voor het eerst werden gebruikt tijdens de Tweede Wereldoorlog. De geallieerden maakten hiermee een kunstmatige kade bij de invasiestranden in Normandië. Ze zijn later ook gebruikt bij de sluiting van de dijkgaten op Walcheren in 1945 en Ouwerkerk in 1953. Het Watersnoodmuseum is in zo’n caisson gevestigd!
De caissons van de Zandkreekdam waren echter geen standaard Phoenixcaissons, maar speciaal voor de dam ontworpen, zodat ze nauwkeurig op elkaar aansloten. Om te voorkomen dat ze door eb- of vloedstroom zouden afdrijven, werd aan beide kanten zand en stortsteen gestort. De officiële opening van de Zandkreekdam vond plaats op 1 oktober 1960.
Over de dam werd een weg aangelegd en er kwam een brug over de sluis. Dat bleek niet genoeg voor de doorstroming, want er stond regelmatig file wanneer de brug open moest voor het vaarverkeer. In 2002 werd een tweede brug gebouwd. Nu staat er altijd maar één brug tegelijk open.
Het Veerse Meer
Na de afsluiting van het Veerse Meer door de Veerse Gatdam was er geen eb en vloed meer in het Veerse Meer. Het water werd brak, een mengeling van zoet en zout, waardoor verschillende planten- en diersoorten verdwenen. In 2004 werd daarom de Katse Heule in de Zandkreekdam aangelegd, vernoemd naar het nabijgelegen dorp Kats en het Zeeuwse woord voor waterdoorlaat: ‘heule’. Er werden een paar caissons verwijderd en er werd een open verbinding tussen het Veerse Meer en de Oosterschelde aangelegd. Hierdoor komt weer meer zoutwater het meer binnen. Als het nodig is, kunnen de schuiven van de Katse Heule dicht worden geschoven.
Het hele gebied rond het Veerse Meer is ontworpen door landschapsarchitect Nico de Jonge en gericht op rust, ruimte en respect voor landschappelijke en cultuurhistorische waarden. Het Veerse Meer heeft vooral een recreatieve functie gekregen. Langs de oevers bevinden zich verschillende jachthavens, recreatieterreinen en een surfschool.