De Krammersluizen vormen een immens complex: het is een van de grootste werken ooit door Rijkswaterstaat ontworpen en uitgevoerd. In totaal bevat dit complex de sluiskolken, het zoetwaterbekken, het zoutwaterbekken en de bedieningsgebouwen. Over het sluizencomplex is een brug gebouwd met een beweegbaar gedeelte over de noordelijke sluiskolk. Sinds 2017 staan er ook 34 windmolens op het complex.
Omdat de sluizen op de grens van zout en zoet water liggen, hebben ze een slim systeem om dat water van elkaar te scheiden. Als de sluis opent en een schip vaart naar binnen, mengt zoet- en zoutwater met elkaar. Maar zoetwater is lichter dan zoutwater. Dus als de sluis gesloten is, wordt vervolgens ‘onderin’ het zoutwater weggepompt of ‘bovenin’ het zoetwater (afhankelijk van de vaarrichting). Daarna kan de sluis weer open en kan het schip in één soort water wegvaren. In scheepvaartkringen worden de Krammersluizen door deze bijzondere constructie wel ‘slakkensluis’ genoemd, want het neemt nogal wat tijd in beslag!
In 2014 is geëxperimenteerd met een nieuwe manier om het zoete en zoute water te scheiden. Een bellenscherm blaast luchtbellen vanaf de bodem omhoog. Schepen kunnen hier doorheen varen, maar zoutwater wordt hierdoor tegengehouden. Daarbij wordt gespoeld met zoetwater. Vanaf 2025 worden de Krammersluizen gerenoveerd met dit nieuwe systeem, dat het ook voor vissen makkelijker maakt om van de Oosterschelde naar de rivieren te zwemmen.