Haringvlietdam


Plaats: verbindt Voorne-Putten met Goeree-Overflakkee
Bouwperiode: tussen 1958 en 1971
Lengte: 4,5 kilometer
Functie: dam/weg (N57)

De Haringvlietsluizen staan ook wel bekend als de kraan van Europa.

Wist je dat?

Dat er door de Haringvlietsluizen zo’n 30 miljard kubieke meter water wordt afgevoerd naar zee?

Dat NABLA een oud Griekse benaming is voor een harp uit het oude Israël? Misschien zelfs wel van het type waarop David voor Koning Saul speelde…  De NABLA-liggers van de Haringvlietkering hebben een beetje de vorm van zo’n harp. Vandaar de benaming.

Er voor de bouw van de sluizen meer dan 22.000 heipalen zijn geslagen?

Historie
De benaming Haringvlietdam doet de bijzondere betekenis van de zesde van de Deltawerken eigenlijk tekort: het is niet alleen een dam, maar het enorme bouwwerk bevat ook spuisluizen, een scheepvaartsluis en een belangrijke verkeersader (N57). De afsluiting van het Haringvliet was een belangrijke schakel om de kustlijn te verkorten. Met de Haringvlietdam, de Brouwersdam en de Oosterscheldekering werd die verkorting gerealiseerd, waardoor de bescherming tegen het water van de Noordzee minder omvangrijk en complex werd. De Haringvlietsluizen in combinatie met de Volkerakdam maken het mogelijk om de rivierwaterafvoer van Rijn en Maas grotendeels te reguleren. Dat water mondt voornamelijk via het Haringvliet (en ook via de IJssel en de Nieuwe Waterwegs) uit in de zee. Met de aanleg van de Haringvlietdam ontstond een groot zoetwaterbekken wat gunstig was voor de landbouw en de drinkwaterwinning.

Met de aanleg werd al in 1956 begonnen op grond van de overweging dat hiermee snel winst op het terrein van de waterveiligheid kon worden geboekt. Toch duurde het tot 1971 voordat het verkeer er overheen kon rijden. Het was een enorm project, dat Rijkswaterstaat ook graag aan het grote publiek wilde laten zien: voor het eerst werd er ook een bezoekerscentrum gebouwd waar voorlichting over het project werd gegeven. Dat bezoekerscentrum staat er nog steeds.

Het ontwerp
De Haringvlietdam bestaat uit (van noord naar zuid geredeneerd) een dam, de spuisluizen, weer een stukje dam, pas dan de scheepvaartsluis die dan geen ‘last’ had van de stroming van de spuisluizen, en daarna weer een stuk dam naar Goeree-Overflakkee. Bij elkaar beslaat dit zo’n 5 kilometer. De spuisluizen zijn 1 kilometer lang. In die spuisluizen zijn schuiven ontworpen, zowel aan de zee- als de rivierzijde. Het gaat om 17 doorlaatopeningen van 59 meter breed. Waarom deze breedte? Het was de uitkomst van een afweging tussen kosten en effectiviteit: ze moesten behoorlijk breed zijn omdat in bijzondere omstandigheden ijsschotsen zo gemakkelijk mogelijk moesten kunnen passeren (maar nog breder zou onevenredig duur worden). In geopende stand moest de doorvaarthoogte zo’n 6 meter zijn zodat die ijsbrekers er onderdoor konden varen. De schuiven zijn opgehangen aan de brug (ze kunnen uiteraard scharnieren). Omdat er enorme krachten op de brug worden uitgeoefend, is een speciale driehoekige ligger ontworpen. Dit is de zogenaamde NABLA-ligger. Deze liggers vormen samen de brug (zie foto). De schuiven aan de zeezijde hebben een golfbrekende functie. Die aan de rivierzijde vormen de echte kering.

De bouw
Het werk begon in 1956 met de aanleg van een ‘polder’. Dwars op de stroom werd een enorme bouwkuip met dijken er omheen aangelegd: 1,4 kilometer lang en 560 meter breed. In deze bouwkuip werden de spuisluizen gebouwd. Toen die gereed waren, werden de dijken weer verwijderd. De sluizen werden opengezet, zodat er minder stroming ontstond in de nog open stroomgaten. Die zijn gedicht met zand, steen en betonblokken. Voor het storten van de betonblokken is de kabelbaan, die eerder was ingezet bij de aanleg van de Grevelingendam, opnieuw gebruikt. Dat was natuurlijk financieel aantrekkelijk maar ook wilde Rijkswaterstaat nog flink oefenen met de inzet van een kabelbaan met het oog op de aanleg van de Brouwersdam en de Oosterscheldekering in veel bredere zeearmen. De bouw van het Haringvlietcomplex was een technisch hoogstandje: de bouwwijze was innovatief, het ontwerp van de sluizen eveneens en het was vooral ook een heel groot project. Niet voor niets heeft het heel wat jaren geduurd eer het werk klaar was.

Ontwikkelingen
De aanleg van de Haringvlietdam was goed voor de waterveiligheid en de zoetwaterbeschikbaarheid. Maar het was ook een slot op de voordeur waardoor veel trekvis vanuit zee de Maas en de Rijn niet kon bereiken en omgekeerd. Na heel veel discussie heeft dat geleid tot het zogenaamde Kierbesluit in 2018 waardoor de ‘voordeur’ op een kier werd gezet. Niet helemaal open, want de drinkwaterwinning en het zoetwater voor de landbouw mochten niet in gevaar komen. Wel werd het innamepunt verder naar het oosten verlegd. Het spreekt vanzelf dat bij zware storm en hoge (zee)waterstanden de schuiven worden dichtgezet. Het Kierbesluit moet de vismigratie ten goede komen.

Vandaag de dag
De Haringvlietdam behoudt ook de komende decennia de functie zoals die was voorzien in het Deltaplan: verkorting van de kustlijn en een belangrijke bijdrage aan waterveiligheid. Maar door het Kierbesluit is er aan de dam een dimensie toegevoegd en is meer natuurontwikkeling mogelijk gemaakt. De komende jaren zal duidelijk moeten worden in welke mate de zoetwaterbeschikbaarheid van het Haringvliet gegarandeerd kan worden. Mocht er in het kader van de klimaatverandering (o.a. langere perioden van droogte) sprake zijn van verminderde afvoer uit de grote rivieren, dan zal de kier misschien wat vaker dicht moeten, wat de vismigratie weer niet ten goede komt. De tijd zal het leren.