Houtribdijk wordt versterkt door brede breuksteen- en zandoevers


Cruciaal voor waterveiligheid in provincies IJsselmeergebied

De Houtribdijk tussen Lelystad en Enkhuizen – die bij storm als een grote golfbreker tussen IJsselmeer en Markermeer werkt – voldoet niet meer aan de veiligheidsnormen van de Waterwet. Om de waterveiligheid van de provincies in het IJsselmeergebied te kunnen waarborgen, werkt Rijkswaterstaat aan het versterken van de dijk. Het project moet in 2020 worden afgerond. De Houtribdijk is dan bestand tegen stormen die gemiddeld eens in de 10.000 jaar voorkomen.

Rijkswaterstaat combineert het versterken van de Houtribdijk met het creëren van nieuwe kansen voor natuur en recreatie. Tussen Enkhuizen en Trintelhaven krijgt de dijk aan beide kanten brede zandoevers. Deze zijn begroeid en lopen geleidelijk af. Het zand breekt de golven en zorgt zo voor een veilige dijk. Ook biedt het kansen voor plant en dier. De toepassing van zandige oevers in zo’n groot zoet binnenwater is wereldwijd een primeur.

Het zand dat nodig is voor de oevers wordt gewonnen uit zandwinputten op het Enkhuizerzand. Onderwaterarcheologen speuren eerst in de bodem van het Markermeer naar resten uit de prehistorie. Archeoloog Wouter Waldus: ‘We hebben nu toegang tot vindplaatsen die voorheen onbereikbaar waren en ongezien in zandzuigers verdwenen.’

Speciaal voor het onderzoekswerk is de Marine Prehistory Sampler ontwikkeld. Deze 16 meter lange buis wordt vanaf een schip neergelaten tot op de bodem van het meer. En primeur in de wereld van de onderwaterarcheologie. Waldus: ‘De Marine Prehistory Sampler bevat allemaal kleine waterspuiten. Die maken van de buis een soort boor. We boren tot de laag van het pleistoceen, die voor ons archeologen het meest interessant is.’ De archeologen kunnen het zand dat wordt ‘opgehaald’ direct aan boord onderzoeken.

Toendra
In de laatste ijstijd was het hele Noordzeegebied één uitgestrekte toendra. Vanaf 12.000 jaar geleden warmde de aarde geleidelijk op en hierdoor ontstond een voedselrijke delta met nieuwe leefgebieden voor jagers en verzamelaars. Uit eerdere opgravingen is duidelijk geworden dat duizenden jaren geleden op de hoge zandduinen jachtkampen waren. Omdat organisch materiaal vergankelijk is, zijn van die jachtkampen alleen een paar stenen bewaard gebleven.

Waldus: ‘Inmiddels hebben we in Nederland de oprukkende zee gestabiliseerd met onze dijken en dammen. Maar onder dikke pakketten klei, veen en zand liggen leefgebieden en archeologische resten van onze verre voorouders. Op basis van dit onderzoek op het Markermeer kunnen we een reconstructie maken van het leefgebied en de leefwijze van de vroegste bewoners van onze delta.’

Natuurgebied
Tussen Trintelhaven en Lelystad wordt de dijk versterkt met asfalt en breuksteen: een natuurlijke steen met onregelmatige vorm. Het Trintelzand wordt een 270 hectare groot natuurgebied met zandplaten, slikvelden en rietoevers. Geschikt voor mossels, slakjes en waterinsecten en bovendien een kraamkamer voor vissen. De waterdieren vormen voedsel voor vogels als kuifeenden, visdieven en futen. Zo ontstaat een gebied vol leven, wordt de waterkwaliteit opgekrikt en het ecologische systeem in het Markermeer versterkt. Bij Lelystad wordt een nieuw strand aangelegd voor wind- en kitesurfers.

(Bron: Rijkswaterstaat)