Natuur

In en rond de Oosterschelde komen veel vogels, vissen en waterplanten voor. In de zeearm zijn permanent zo’n 66 vissoorten te vinden, waaronder schol, tong en bot. Verder zijn er 15 soorten vis die slechts af en toe in de Oosterschelde worden gesignaleerd. Zalm, steur en zeeduivel zijn hier voorbeelden van. Voor geep, harnasmannetje, ansjovis, zeenaalden, puitaal en zeedonderpad is de Oosterschelde een kraamkamer.
De Oosterschelde is ook bijzonder in trek bij vogels. Die vinden er zuiver water, een rustige omgeving en voedsel als mossels, kokkels, wormen en zeegras. In het voor- en najaar vliegen eenden en ganzen af en aan.

Schelpdieren
De Oosterschelde is belangrijk voor de Zeeuwse mossel- en oestervissers. De plaatsen waar zij de mosselen en oesters laten opgroeien worden zorgvuldig gekozen. Het water moet snel genoeg stromen zodat er genoeg voedsel in de vorm van plankton wordt aangevoerd. Er mag ook weer niet teveel stroming staan, want dan bestaat het risico dat de mosselen overspoeld worden met zand.
Bij de bouw van de Oosterscheldekering is bewust gekozen voor het gebruik van verschillende soorten steen bij bestortingen. Zeenanemonen, sponzen, manteldieren en brokkelsterren hebben elk hun eigen favoriet steensoort om zich op te vestigen. In de Oosterschelde zijn 42 soorten roodwieren, 34 soorten blauwwieren en 38 soorten groenwieren te vinden. De zeearm is ook de leefomgeving voor onder meer zeesterren, kwallen, krabben, garnalen en inktvissen.

Minder stroming
De bouw van de kering heeft de natuur beïnvloed. De stroming om de Oosterschelde is minder sterk geworden en dat betekent dat zand dat bij storm van platen en slikken verdwijnt, niet langer door de stroming wordt aangevuld. De zandplaten vlakken af. Jaarlijks gaat naar schatting één tot twee centimeter van de elfduizend hectare zandbanken, slikken en schorren verloren. Daardoor raken tienduizenden trekvogels hun foerageerplek kwijt en verliezen zeehonden hun rust- en zoogplaatsen.
Rijkswaterstaat, de provincie Zeeland, Natuurmonumenten en het Zeeuws Landschap houden de vinger aan de pols, en proberen door onder meer zandsuppletie verdere afkalving van zandbanken, slikken en schorren tegen te gaan. Zo is mede dankzij een crowdfundingsactie het herstel van de Roggenplaat – de grootste droogvallende plaat in de Oosterschelde – in gang gezet.

Foto: beeldbank Rijkswaterstaat