Zoutschade

Tijdens de watersnoodramp is ruim 20.000 hectare landbouwgrond overstroomd met zeewater, zout water dus. De directe schade was groot: 800 hectare wintertarwe stond onder water en werd als verloren beschouwd.

Door de open stroomgaten had het zeewater vrij spel op de landbouwgronden, eb en vloed wisselden elkaar af, waarbij bij vloed het zoute water steeds ververste.
In de lente werd de zoutschade aan de nog overgebleven bomen en struiken zichtbaar: bladeren werden bruin en vielen af. Er ontstond massale sterfte onder bomen en struiken die in zilte grond stonden. Eind mei ‘53 werd duidelijk dat 1.000 hectare aan fruitbomen verloren was gegaan.
In de maanden februari, maart, april en mei nam de verzilting van de landbouwgronden door zeewater toe: het zout drong steeds verder in de bodem. In de loop van de lente steeg bovendien het zoutgehalte van stilstaand zeewater door verdamping. Er ontstonden mini-zoutpannen.
Daarnaast sloeg de bodem dicht en het bodemleven – wormen, pissebedden, bacteriën en schimmels – legde het loodje.
In de zomer verdampte op drooggevallen gronden het vocht in de bodem en bleef het zout achter, waardoor de zoutconcentratie van de teeltlaag nog hoger werd. Ontkiemende kruiden verschroeiden.
Regen, heel veel regen vormde de sleutel voor het ontzilten van de gronden. Het zout in de bodem loste op in het regenwater en het brak geworden water werd via sloten en vaarten afgevoerd. Tijdens de winter van ’54 verdween er veel zout uit de bodem.
Op dichtgeslagen gronden groeien planten slecht. Om de structuur van de bodem te herstellen, werd er uitgebreid gips gestrooid. Door de afgifte van gips wordt klei losser en komt er meer lucht in de grond, waardoor de structuur en het bodemleven hersteld worden.
In de eerste jaren na ’53 werden voornamelijk gewassen verbouwd die wel wat zout konden verdragen: zomergerst, voeder- en suikerbieten, haver, aardappelen en zomertarwe.

Bron: Zeeuws Tijdschrift 1953, ’54

Nog steeds een probleem
Door de bodemdaling en de huidige, soms droge zomers is verzilting van landbouwgronden ook nu nog een probleem. Inmiddels worden er proeven gedaan om gewassen (bijv. aardappels) beter bestand tegen zout te maken.

Ontzilting Zeeuwse landbouwgronden 1953 – Polygoon